Een kerstverhaal
Ik kende mijn lief nog maar net. En hoe dat dan gaat, je hebt allebei de Kerst al volgepland. Kerstavond was voor ons. Op Eerste Kerstdag huppelen we als twee verliefde pubers door de straten. Ze haalt twee oliebollen bij het kraampje naast het station. Bij iedere hap voel ik dat dit moment in mijn geheugen gebeiteld wordt. Ze fietst weg. Ik kijk haar na. Ze zwaait.
Ik stap op de trein. Bij Westervoort zwaaien de deuren open. Een man met twee honden komt de trein in. Hij laat de kleine op een klapstoel zitten. De grote mag net iets te lang snuffelen voor hij een ruk aan de lange riem geeft. Mensen lopen met een bocht om hem heen.
'Vrolijk Kerstfeest allemaal. Wat een chagrijnige koppen. Het is Kerst'.
Ik geef de man een hand. Met zijn lange haren, dikke jas en ongeschoren gelaat, is hij een markante verschijning tussen het keurig nette kerstpubliek.
Hij richt zich tot de mannelijke helft van een jong stel:
'Ga je voor het eerst naar je schoonouders?'
De jongen lacht zonder dat je zijn tanden ziet. Een ander stel is ineens druk in gesprek met elkaar. Een man strak in het pak staart naar zijn bloemen.
'Ik rij zwart. Op zulke dagen werkt er toch niemand'.
Hij ziet mijn vragende blik.
'Serieus. Vaker gedaan'.
Hij moet er ook in Zevenaar uit. Met nog eens een welgemeend 'Vrolijk Kerstfeest' verlaten we samen de trein. De grote hond rent er vandoor. Een hoop geblaf en harde stemmen klinken vooraan. De machinist hangt tot zijn buik uit het raampje. Wij lopen ontspannen achteraan, druk in gesprek.
Bij de spoorwegovergang pakt hij zijn hond bij de riem alsof er niets gebeurd is.
'Wat doe je?' vraagt hij.
Niet zo'n trek om de baan van dit moment uit te leggen, zeg ik dat ik schrijver ben.
'Ik lees heel veel' zegt hij.
En begint schrijvers op te noemen.
'Wil je een boek van me? Ik heb nog een hele doos staan'.
Tien minuten met de fiets vindt hij teveel gedoe met de honden. Ik beloof hem er eentje op de post te doen.
'Ik woon in een stacaravan op een kleine camping'.
Op tweede Kerstdag kom ik er nota bene langs als ik kerst wil gaan vieren in Kleve. Langzaam laat ik mijn bundel in zijn brievenbus zakken. Hoop ik stilletjes dat hij naar buiten komt.
René Turk: tekst, Erwin Hogeboom: cartoon